Zwarte thee

Mijn hele studietijd en tot ver daarna werkte ik in de horeca. Op mijn 15e begon ik met afwassen, na een week kreeg ik een schortje omgeknoopt en werd ik gepromoveerd naar de bediening. Zaterdagen draaide ik bardienst, zondagen bediende ik het terras en elke avond, na school en huiswerk, stond ik bestek te rollen en ijs te scheppen.

Op die manier doorliep ik de HAVO, het VWO, een HBO Propedeuse en een universitaire studie. Toen besloot ik dat het tijd was voor een grote mensenbaan. Die had ik al snel gevonden, maar zo’n type baan bleek slechts van negen tot vijf te zijn en dus was er ’s avonds nog voldoende tijd voor een nieuw terras om te bedienen. Ik tilde drie kratjes Heineken, of zeven pannenkoekenborden in een keer. Ik tapte bier en zette koffie. Ik onthield bestelling zonder op te schrijven. Ik kende alle kassanummers uit mijn hoofd. Door klanten werd ik toegezongen en uitgescholden en ze bestelden soms de raarste dingen: een boerenlandcocktail bijvoorbeeld, dat is Goois voor een glas melk.

Nu is er een gigantisch personeelsprobleem in de horeca. Maar ik kan niet meer helpen. Het tillen van kratjes en borden heeft mijn rug kapot gemaakt. Om de horeca te steunen ga ik er wel regelmatig iets eten of drinken. Zo ook gisteren. Ik bestelde een broodje gezond en een zwarte thee.

‘U bedoelt koffie?’

‘Nee, geen koffie maar zwarte thee.’

‘Dus geen zwarte koffie maar zwarte thee?’

‘Ja, zwarte thee.’

‘Dan moet ik even kijken of we dat hebben.’

‘Nou, ik denk wel dat jullie dat hebben.’

‘We hebben binnen zo’n doos met allemaal verschillende smaken thee, en de zakje hebben verschillende kleuren, maar ik weet niet of we ook een zwart zakje hebben.’

Bij het afrekenen probeerde ik de jonge ober als aanmoediging fooi te geven.

‘Dat is dan €27,85.’

‘Doe maar €30.’

‘Nee geen €30, het is €27,85.’

Ik besloot het erbij te laten.