Mijn vader woont op de hoek van de straat of, zoals hij zelf zegt, ‘bij mijn op de hoek’. Elke avond rond kwart voor vijf komt hij bij ons langs om te eten. Dat eten gaat snel. Het eten hoeft, inclusief bakje vla, niet langer dan 10 minuten te duren. Daarna gaat hij terug naar zijn hoek. Naar ‘de jongens’. Vroeger werkten er alleen jongens op de hoek, al zeker 25 jaar werken er ook meisjes, maar toch duidt hij ze aan als ‘de jongens’. Tijdens het eten luistert hij met een half oor naar wat wij die dag hebben meegemaakt en doet hij zelf halve mededelingen over wat er die dag op de hoek plaats heeft gevonden: Lees verder